Fiscale vrijstelling voor opleiding werknemers
Sinds 1 januari 2021 geven medewerkers die via een opleiding hun vaardigheden aanscherpen recht op een fiscaal voordeel. De maatregel bestaat uit een nieuwe partiële vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Als werkgever mag je 11,75% van de ingehouden voorheffing bijhouden. Mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
Voorwaarden werknemers
De medewerkers moeten cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen:
- Enkel medewerkers die minstens 6 maanden zijn tewerkgesteld, geven recht op dat voordeel.
- Ze moeten een opleiding gevolgd hebben van minimum 10 dagen, tijdens een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen. Voor deeltijdse werknemers wordt de minimumperiode evenredig (pro rata) verminderd.
- Er zijn twee versoepelingen op de minimumduur van de opleiding:
- Voor een kmo bedraagt de minimumduur 5 dagen gedurende een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen.
- Voor een onderneming waar nacht- of ploegenarbeid verricht wordt, waarvoor een ploegenpremie betaald wordt, bedraagt deze duur 10 kalenderdagen gedurende een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen.
Het aantal ononderbroken periodes wordt beperkt tot 10 periodes voor eenzelfde werknemer bij eenzelfde werkgever.
Voorwaarden inzake de opleiding
Voor de opleiding komen zowel formele als informele opleidingen aan bod. Let wel: de informele opleidingen mogen niet meer uitmaken dan:
- 10% van de minimale duur van de 10 dagen gedurende de ononderbroken periode van 30 (standaard) of 60 kalenderdagen (nacht- of ploegenarbeid),
- 20% van de minimale duur van 5 dagen gedurende een onderbroken periode van 75 kalenderdagen (kmo’s).
De opleiding moet een beroepskost zijn voor de werkgever. Voorts komt een (door de wet of cao) verplichte opleiding niet in aanmerking voor het fiscale voordeel.
Nieuwe vrijstelling
De nieuwe vrijstelling bedraagt 11,75% van de belastbare bezoldigingen van alle werknemers (die aan de voorwaarden voldoen) samen. Hiervoor tellen alle belastbare bezoldigingen, van de kalendermaand waarin de opleiding beëindigd is, mee. Met uitzondering van: het vakantiegeld, de eindejaarspremie, achterstallige bezoldigingen en inkomsten die niet aan bedrijfsvoorheffing zijn onderworpen of ervan zijn vrijgesteld.
Er is per voltijdse medewerker een plafond van 3.500 euro belastbaar. Dat plafond wordt voor deeltijdse werknemers vermenigvuldigd met de tewerkstellingsbreuk. Het plafond wordt niet jaarlijks geïndexeerd.
Bron: NSZ
Lees ook: Ben ik verplicht opleidingen te voorzien voor mijn werknemers?