Meer oog voor elektrificatie en fietsen, maar auto blijft koning
De wereld van de bedrijfsmobiliteit is anno 2024 in volle beweging. Hoe we mobiliteit bekijken, ervaren en gebruiken, is aan het veranderen. Het aanbod en gebruik van elektrische wagens, fietsen en deelsystemen neemt met rasse schreden toe. Als werkgever heeft u voldoende keuzes om mee te gaan in de duurzame mobiliteit, op een manier die past bij uw kmo.
Ondanks de hang naar meer duurzame keuzes, blijft er één constante. Die van koning auto die stilstaat in de file. Tussen juni 2023 en mei 2024 lag de filezwaarte op de hoofdwegen in Vlaanderen op gemiddeld 896 kilometeruren per werkdag. Nooit eerder lag de filezwaarte zo hoog. (Bron: Statistiek Vlaanderen).
Tweede opmerkelijke vaststelling. Het aantal salariswagens dat tot 2023 gestaag toenam tot meer dan 595.000 (bron: FOD Mobiliteit en Vervoer), groeit niet meer aan. Uit cijfers van SD Worx blijkt dat in 2023 bij 14,6 procent van de werk¬- nemers in de privésector de auto deel uitmaakte van het loonpakket. In 2022 was dat nog voor 14,8 procent het geval.
Bedrijfswagen
Toch blijft de bedrijfswagen populair. Voor de werkgever is hij fiscaal een stuk voordeliger dan een bruto loonsverhoging. Bovendien zijn de kosten voor de wagen (lease of aankoop) onder bepaalde voorwaarden (deels) fiscaal aftrekbaar, net zoals bijkomende autokosten (denk aan onderhoud, verzekeringen en brandstof). Voor de werknemer bespaart een bedrijfswagen veel kosten, zoals aankoop, onderhoud, verzekering en tankkosten. De auto mag ook privé gebruikt worden in ruil voor een bijdrage aan de fiscus (voordeel alle aard, VAA).
Berekening referentieuitstoot voor VAA
Stelt u een bedrijfswagen ter beschikking aan uw medewerker, dan moeten daar belastingen op betaald worden, een voordeel alle aard of VAA. Het VAA wordt bepaald aan de hand van een vaste formule, waarbij de cataloguswaarde, het motortype, de CO₂-uitstoot en de leeftijd van de wagen cruciale factoren zijn. De CO2-uitstoot in de formule is gekoppeld aan de jaarlijkse evolutie van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw ingeschreven wagens, de referentie-uitstoot.
Tot begin 2024 werd bij de bepaling van de referentie-uitstoot enkel rekening gehouden met de NEDC (New European Driving Cycle)-waarden van wagens. Doordat er steeds meer elektrische wagens ingeschreven worden, daalt die referentie-uitstoot jaarlijks, en stijgt het voordeel alle aard van fossiele wagens.
De regering besliste daarom begin 2024 om de bepaling van de referentie-uitstoot vanaf inkomstenjaar 2024 te moderniseren. Voor auto’s waarvan de NEDC-emissie bekend is, wordt rekening gehouden met de NEDC-waarde; voor auto’s waarvan de meer realistische WLTP (Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure)-emissie bekend is, maar niet de NEDC-emissie, wordt rekening gehouden met de WLTP-waarde; en voor elektrische auto’s wordt rekening gehouden met een 0-uitstoot. Op die manier komt men tot een correctere berekening van de referentie-uitstoot.
Fietslease enorm populair
Fietsen leasen is hot. Bij een fietslease huurt de werknemer een fiets via de werkgever op lange termijn, met daarna een optie tot overname. De leasingmaatschappij regelt de administratie, verzekeringen en voorziet meestal ook opties zoals onderhoud en pechverhelping. Het is een budgetneutrale mobiliteitsoplossing die bovendien volledig fiscaal aftrekbaar is. Op een fietslease moeten noch patronale bijdragen, noch sociale bijdragen door de werknemer en noch belastingen betaald worden.
Fietsvergoeding verhoogd en jaarlijks plafond
Sinds begin 2024 is het maximale belastingvrije bedrag van de fietsvergoeding verhoogd, van 0,27 euro naar 0,35 euro per afgelegde kilometer, waardoor werknemers een hogere vergoeding hebben voor hun woon-werkverkeer met de fiets. Er is een jaarlijks plafond van 2.500 euro (geïndexeerd) ingevoerd. In ondernemingen waarop cao nr. 164 van toepassing is, werd de fietsvergoeding geïndexeerd van 0,27 euro naar 0,28 euro per met een limiet van 20 km heen en terug. Uiteraard mogen deze ondernemingen ook meer geven, tot maximaal 0,35 euro per kilometer, en 2.500 euro per jaar (geïndexeerd).
Cafetariaplan
Met een cafetariaplan of flexibele verloning krijgen werknemers de mogelijkheid om een deel van hun klassieke verloning in cash naar keuze om te zetten in een ander voordeel, bv. een bedrijfsfiets, stationsparking, terugbetaling individueel pensioensparen, extra vakantiedagen, enzovoort. Ze kunnen kiezen uit vier categorieën:
- Mobiliteit: fiets, auto of mobiliteitsbudget (zie verder)
- Bijkomende verzekeringen: warrants, terugbetaling van kosten voor internet, pensioensparen, hospitalisatieverzekering
- Balans tussen privéleven en werk: extra vakantie, opleidingen, medische controle
- Hardware devices: smartphone, tablet of laptop
Werknemers zijn niet verplicht om een keuze te maken uit het cafetariaplan. Ze hebben ook altijd de optie om hun loon niet om te ruilen.
Mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget is een budget dat de werkgever op jaarbasis aan een werknemer toekent als alternatief voor de bedrijfswagen, waarop die werknemer aanspraak maakt. Zo kan de medewerker kiezen voor meer duurzame vervoerswijzen en -diensten (abonnement openbaar vervoer, aankoop van een fiets of een step, terugbetaling huisvestingkosten bij thuiswerk, …). Het doel van het mobiliteitsbudget - het groene alternatief voor de bedrijfswagen - is om het aantal bedrijfswagens te beperken. Dit budget kende een trage start, maar wint stilaan aan populariteit.
“Het maximale belastingvrije bedrag van de fietsvergoeding is in 2024 verhoogd van 0,27 euro naar 0,35 euro per afgelegde kilometer.”
Nationale en Europese maatregelen
Elektrische bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar
Om de elektrificatie van het wagenpark te versnellen, geeft de Belgische overheid een fiscaal voordeel aan emissievrije personenwagens. Vanaf 2026 zullen enkel nieuwe elektrische bedrijfswagens voor 100% fiscaal aftrekbaar zijn. Het fiscale voordeel wordt daarna geleidelijk aan terug afgebouwd, om de strijd tegen de files niet uit het oog te verliezen.
Strenge Europese CO2-emissieregels
De Europese Green Deal bepaalt strengere CO2-emissienormen voor auto’s en bestelwagens om de overgang naar een emissievrije mobiliteit te versnellen. Tegen 2030 moet in vergelijking met 2021 de gemiddelde emissie van nieuwe auto’s met 55% zijn afgenomen en tegen 2035 met 100%.
Stel een vraag
aan een specialist
Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.
Ook interessant
Interessante bedrijven
Autovak
Velodi
Hyundai