Furbo-Leaderboard_Updated.gif

Katelijn Nijsmans: “Het werk is geen Tomorrowland”

HR

E-mails, chats, social media. We zijn met z’n allen ook op het werk ‘always-on’. Maar hoe gaat het met ons welzijn en hoe slagen we erin om los te koppelen? “Het is essentieel dat werknemers zich goed voelen in hun mentale gezondheid,” zegt neuropsycholoog Katelijn Nijsmans van How’s Work. “Daarom moet je hen als werkgever sensibiliseren om thuis de werkknop uit te zetten. Liefst niet ‘omdat het moet,’ maar wel omdat zowel het bedrijf als de medewerkers er wel bij varen.” (foto’s aangeleverd door Katelijn Nijsmans)

Hoe is het op het werk? Voor Katelijn Nijsmans van How’s Work is het een missie dat mensen die vraag met ‘goed’ beantwoorden en dat ze zich ook echt goed voelen op het werk. Maar mentaal welzijn gaat om meer dan een dagje festival, zegt ze.

Hoe definieert u mentaal welzijn?

Katelijn Nijsmans: “Soms lijkt het alsof werken even plezierig moet zijn als een dagje op Tomorrowland. Maar laat ons eerlijk zijn: dat is niet erg realistisch. Op het werk heb je te maken met specifieke regels en grenzen. Pingpongtafels en fruitmanden zijn niet onze enige behoefte op het werk, we hebben meer nodig om gelukkig te zijn.

“Pingpongtafels en fruitmanden zijn niet onze enige behoefte op het werk.”

Mentaal welzijn betekent dat mensen zich in 4 dimensies kunnen ontwikkelen. Het gaat er in eerste instantie om dat mensen tevreden zijn op het werk. Dat ze content zijn over het loon of de status die bij de job hoort bijvoorbeeld. Dat ze, ten tweede, plezier hebben. Met gezellige praatjes aan de koffieautomaat, leuke taken enzovoort. De derde dimensie is engagement, met veel mogelijkheden om je te ontwikkelen en te groeien. En ten vierde: je doet zinvol werk dat potentieel betekenis aan je leven geeft, je draagt iets bij aan een team, het bedrijf of de samenleving.”

Katelijn Nijsmans van How’s Work: “Ongeveer 30 procent van medewerkers in Belgische bedrijven geeft aan in de oranje of rode zone te zitten.”

Hoe gaat het met het mentaal welzijn in onze Belgische bedrijven?

Katelijn Nijsmans: “In het algemeen niet zo goed. Ongeveer 30 procent van de medewerkers geeft aan in de oranje of rode zone te zitten. Dit betekent dat de werkdruk hoog is en dat ze zich niet goed voelen. Veel heeft te maken met een andere manier van werken sinds corona. We werken digitaler, er is de stijgende druk op het werk én in het privéleven. Voor veel mensen is hun leven één grote to-do. Er moet zoveel geregeld worden dat de combinatie tussen werk en privé moeilijk wordt.”

“Sinds vorig jaar is er de wet op deconnectie. Bedrijven met meer dan 20 medewerkers moeten 3 zaken doen. Eén: ze moeten concrete afspraken maken over de bereikbaarheid van de werknemers buiten de werkuren en, twee, over hoe de organisatie het recht om onbereikbaar te zijn, praktisch zal regelen door het instellen van bijvoorbeeld out of offices, afspraken rond communicatiemiddelen, enzovoort. Ten derde moeten bedrijven hun medewerkers sensibiliseren om de werkknop uit te zetten. Liefst niet omdat het moet, maar wel omdat zowel het bedrijf als de werknemers er wel bij varen. Deconnectie vermindert de stress en verhoogt de productiviteit.”

“Hierbij is het belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van deconnectie en hoe je ermee gaat. Digitaal connecteren is meer dan alleen maar ‘focustijd’ inplannen en het mijden van digitale kanalen. Want sommige mensen krijgen tijdens hun focustijd stress omdat ze denken allerlei dingen te missen. Beter is om in je organisatie goede afspraken te maken over hoe je het aanpakt, bijvoorbeeld over welke kanalen te gebruiken voor dringende zaken en welke voor minder dringende en minder belangrijke zaken.

Behalve de digitale deconnectie is er de psychologische deconnectie. Dit gaat over de knop uitzetten, over hoe je echt omschakelt na het werk. Je moet voor jezelf de ruimte creëren voor echt herstel en deconnectie. Voor mij bijvoorbeeld is tennissen een middel om helemaal weg van het werk te zijn.

Een laatste vorm is de emotionele deconnectie. Dat gaat meer om piekeren, iets wat bijvoorbeeld je collega over je heeft gezegd. Je piekert in bed en je maakt van iets heel klein, iets heel groot. De technieken die je daarvoor gebruikt, zijn anders dan bij psychologische deconnectie.”

Niet iedereen trekt de werk-privé grens even hard.

Katelijn Nijsmans: “Klopt. De meesten bevinden zich op een continuüm tussen ‘separators’ (“Ik zet mijn werktelefoon en laptop na het werk uit en die gaan ’s ochtends pas terug aan”) en integrators’ (“Ik mail ’s morgens even, ga sporten, stop om 16u om de kinderen van school te halen en werk ’s avonds nog door”). Je eigen voorkeuren kennen en ze bespreekbaar maken binnen je team of bedrijf, is al een goede vertrekbasis.”

Is hypergeconnecteerd zijn slecht voor onze hersenen?

Katelijn Nijsmans. “Ken je de afhankelijksparadox als het gaat over smartphonegebruik? Het komt erop neer dat we onze telefoon en social media steeds vaker gebruiken, en we ons daar tegelijkertijd zorgen over maken. Want vanuit pakweg Itsme schakelen we over naar een whatsappje dat binnenkomt, vervolgens naar Instagram, en hup, de trein is vertrokken.

“Te veel je smartphone gebruiken kan leiden tot een brokkelbrein.”

Waarom doen we dat? Omdat smartphones geen ‘stopsein’ hebben en onze hersenen verslaafd zijn aan nieuwe prikkels. Dat is een groot verschil met iets anders wat ons beloningscircuit stimuleert: eten. Daarbij krijg je normaal gezien op een bepaald moment een signaal van je hersenen dat je genoeg hebt. Maar op je telefoon blijf je maar scrollen en swipen, je bent nooit voldaan. Integendeel: je wordt altijd maar getriggerd om verder te luisteren, lezen en kijken. Dit heeft een effect op ons brein, dat verbrokkelt. Dit ‘brokkelbrein’ zorgt ervoor dat we moeite hebben om ons te concentreren op bijvoorbeeld een langer artikel of een dik boek. We verliezen sneller onze aandacht. Maar geen vrees, dit is omkeerbaar, onze hersenen zijn zeker niet stuk.”

Hoe kunnen we dan het gebruik van onze smartphones in toom houden?

Katelijn Nijsmans: “Het is al een goede zaak om je bewust te zijn van je gebruik. Weten wat je triggers zijn: zit je op je smartphone uit verveling of omdat je niets wilt missen? Vervolgens kan je er een interne motivatie aan koppelen om minder met je telefoon bezig te zijn, zodat je bijvoorbeeld meer tijd hebt voor de kinderen of voor je hobby’s.

Daarnaast zijn er de zogenaamde’ snelheidsdrempels’, zoals je telefoon op zwart-wit zetten, je apps in mappen zetten, je shopping app niet op de eerste pagina zetten. Het heeft te maken met het bewust zijn van een stukje verslavingsgevoeligheid. Vergelijk het met een zak chips. Als je de chips in een apart kommetje doet, eet je niet meteen de hele zak leeg. Dit geldt ook voor onze telefoon. We moeten leren dat hij verslavend kan zijn.”

WIE IS KATELIJN NIJSMANS?

Katelijn is de oprichter van How’s Work. Als neuropsycholoog en bedrijfsexperte begeleidt zij al meer dan 15 jaar organisaties in de zoektocht naar werkbaar werk. Daarnaast is zij coördinator van de post- graduaat ‘Mentaal welzijn op het werk’ aan PXL hogeschool, keynote speaker en co-auteur van de boeken ‘De Breinbalans‘ en ‘In het echt ben ik veel leuker‘ en ‘Werken aan werkgeluk’.

WAT ONTHOUDEN?

  • De scheiding werk-privé is voor iedereen anders. De meesten bevinden zich op een continuüm tussen ‘separators’ en integrators’.
  • Naast digitale connectie bestaan er ook psychologische en emotionele deconnectie.
  • Te veel je smartphone gebruiken kan leiden tot een brokkelbrein.

BREINLECTUUR


Breinrust is een boek van arts, neuroloog en gecertifieerd slaapexpert Inge Declercq. Ze vertrekt van de vaststelling dat het steeds doorrazen en het overmatig ‘aan’ staan, behoorlijk slecht is voor ons brein. De gevolgen zijn niet min: moeheid, geheugen- en concentratiestoornissen, brain fog, slaapproblemen, prikkelbaar zijn, tot zelfs burn-out en op langere termijn een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer.

Breinrust, Dr. Inge Declercq - Pelckmans Paperback – ISBN 978-94-6337-970-


In Werken aan werkgeluk leiden de auteurs u rond in het ‘huis van werkgeluk’. Aan de hand van verschillende kamers, verdiepingen en ramen geven ze handvatten om te werken aan het werkgeluk van uw organisatie of team.

Werken aan werkgeluk, Dajo De Prins, Fons Leroy en Katelijn Nijsmans– Pelckmans -Paperback - ISBN 978-94-6310-683-2

Furbo-Rectangle_Updated.gif

Stel een vraag
aan een specialist

Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.

Ook interessant

Interessante bedrijven

Bekijk de socials