België na het Verenigd Koninkrijk het minst interessant om in te investeren voor Europese bedrijfsleiders
Vooral Duitsland en Nederland vallen in de smaak bij Belgische ondernemers
Slechts vier op de tien (39%) bedrijfsleiders van Europese kmo’s vinden België een aantrekkelijk land om in te investeren. Hiermee laat ons land alleen het door Brexit gehavende Verenigd Koninkrijk achter zich (33%). Belgische kmo’s kijken dan weer vooral naar Duitsland (62%) en Nederland (62%) voor fusies en overnames. Dit zijn de voornaamste conclusies van de recent gepubliceerde Marktlink Monitor, die 968 bedrijfsleiders van kmo’s uit zes Noordwest Europese landen bevroeg (België, Denemarken, Duitsland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, en Zweden) over hun kijk op internationale fusies en overnames. Ook opvallend: slechts een derde van de Belgische bedrijfsleiders is bereid om zijn onderneming te verkopen aan de hoogste bieder, waar hij ook vandaan komt.
Dat het verlaten van de Europese Unie het Verenigd Koninkrijk parten speelt, blijkt óók uit de Marktlink Monitor van de fusies en overnames expert Marktlink. Slechts één derde (33%) van de internationale bedrijfsleiders vindt het Verenigd Koninkrijk vandaag een aantrekkelijk land om in te investeren. Bij Belgische bedrijfsleiders is dit zelfs maar een kwart (25%).
Wat ook opvalt, is dat vooral Duitsland (53%) en Nederland (48%) in de smaak vallen bij zowel de Europese als bij de Belgische bedrijfsleiders (62% voor beide landen). Maar België zelf is heel wat minder populair. Ons land staat pas op de vijfde plaats (39%) als we kijken naar de interesse van buitenlandse spelers om in ons land te investeren. Hiermee scoort België enkel beter dan het Verenigd Koninkrijk. Met dit resultaat zitten we wel Denemarken (41%) en Zweden (40%) vlak op de hielen.
“Dat investeerders over het algemeen Duitsland en Nederland interessanter vinden dan België, Denemarken en Zweden, is geen verrassing. Beide landen hebben een grotere afzetmarkt en een klimaat dat erg gunstig is voor ondernemers,” zegt Filip Mariën, partner bij Marktlink. “Alhoewel België lager scoort, toont de studie toch dat er heel wat interesse is in onze kmo’s vanuit het Buitenland.”
Buitenland
Volgens de bevraging vinden zeven op de tien Belgische bedrijfsleiders dat er een verschil is tussen een binnenlandse of een buitenlandse overname. 31% gelooft bijvoorbeeld dat een verkoop aan een buitenlandse partij meer zal opleveren dan aan een bedrijf uit eigen land. Ook opvallend: slechts een derde van de Belgische bedrijfsleiders is bereid om zijn bedrijf aan om het even wie te verkopen, waar hij ook vandaan komt. Hiermee scoort België het laagst van alle zes landen (gemiddeld 45%).
Het maakt voor het gros van de Belgische ondernemers dus uit waar de overnamekandidaat vandaan komt. Belgische bedrijfsleiders zijn, samen met hun Duitse collega’s, namelijk het minst geïnteresseerd om hun bedrijf te verkopen aan een internationale speler. Vier op de tien ziet dit niet zitten, tegenover een internationaal gemiddelde van 31% die hier niet in is geïnteresseerd. Desondanks zijn vier op de tien Belgische bedrijfsleiders erin geïnteresseerd om een buitenlands bedrijf over te nemen. Dit is samen met Zweden het hoogst van alle bevraagde landen. Het internationale gemiddelde was slechts één op de drie (33%).
“Er staat momenteel bijna 300 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. Er is een overvloed aan kapitaal beschikbaar binnen onze landsgrenzen om Belgische- en/of buitenlandse bedrijven te verwerven. Onze kmo’s hebben dus vaak de luxe om te kiezen met wie ze in zee gaan”, zegt Mariën.
Motivatie
Belgische bedrijfsleiders zijn volgens het onderzoek trouwens vooral geïnteresseerd in de overname van een buitenlands bedrijf, omdat ze daardoor meer groei zouden kunnen creëren (46 procent). Iets meer dan een kwart (27%) vindt dan weer de schaalvoordelen van een groter bedrijf erg interessant. De Belgische ondernemers vermelden ook als motivatie dat ze door een internationale overname hun bruto winst kunnen vergroten (22%) en de risico’s van het ondernemen beter kunnen spreiden (20%).
Belgische ondernemingen die niet geïnteresseerd zijn in een internationale overname zeggen vooral dat dit niet past binnen hun bedrijfsstrategie (31%). Andere argumenten zijn: ze kennen de markt niet goed (19%) en er zijn te veel verschillen in de wet- en regelgevingen (19%). Culturele verschillen (9%) en een mogelijke taalbarrière (7%) spelen ook in sommige gevallen een rol.
“De studie toont aan dat Belgische kmo’s vaak niet overwegen een buitenlands bedrijf over te nemen door de vele wettelijke en culturele barrières. Een derde van hen zegt ook dat ze niet genoeg kennis binnenshuis hebben om een internationale aankoop of verkoop uit te voeren. Het zou zonde zijn moesten bedrijven door dit soort overbrugbare hindernissen de potentiële voordelen van een overname of acquisitie niet benutten.”
- Filip Mariën, Partner bij Marktlink Fusies en Overnames.