“Samen raken we hier wel door” (Danny Van Assche, Unizo)
De coronapandemie trof niet alleen de fysieke, maar ook de financiële gezondheid van vele Belgische ondernemingen. Kyrina Decloedt, student taal- en letterkunde aan de UA, interviewde Unizo-topman Danny Van Assche over de gevolgen van de coronacrisis op zelfstandige ondernemingen.
Je staat in een verlaten winkelstraat. De winkels zijn dicht en de rolluiken naar beneden. Er zijn geen klanten meer. “Zo ziet een winkelstraat eruit wanneer er geen lokale handelaars meer zijn,” benadrukt Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder bij UNIZO. “Daar moeten we ons bewust van zijn.”
Welke sectoren zijn het zwaarste getroffen door de pandemie?
Danny Van Assche: “Hoofdzakelijk het toerisme, de horeca, de kleinhandel, de groothandel, de niet-medische contactberoepen en alles wat met events en cultuur te maken heeft, zijn het zwaarst getroffen. Op macro-economisch vlak had de tweede lockdown een minder grote impact, maar hij trof weer diezelfde sectoren die het tijdens de eerste lockdown ook al moeilijk hadden. Die sectoren bestaan voornamelijk uit kleine zelfstandige bedrijven die geen of maar een kleine financiële buffer hebben. Dat is hoofdzakelijk de doelgroep van UNIZO en dat maakte het voor ons een heel zware crisis.”
Hoe werden de steunmaatregelen georganiseerd?
“De regeringen hebben heel snel gereageerd. De eerste steunmaatregel was de hinderpremie, een financiële tegemoetkoming voor bedrijven die verplicht moesten sluiten. Maar je moest wel aan een heel aantal voorwaarden voldoen om die te kunnen ontvangen, zoals een vast kantoor of een winkel hebben. Dat was problematisch voor bijvoorbeeld fotografen die niet echt een winkel hadden, maar evenzeer zonder inkomen kwamen te zitten. Er waren dus heel wat bedrijven die naast deze steunmaatregelen grepen. Voor die zogenoemde ‘vergeten’ sectoren heeft UNIZO veel actie gevoerd. Door onze acties kijkt de overheid nu eerder naar de sector waartoe het bedrijf behoort en hun omzetverlies als bepalende factor om ondersteuning te krijgen. Een probleem bij heel wat steunmaatregelen was of is dat het om vaste forfaitaire bedragen gaat (one size fits all). Dat wil zeggen dat alle rechthebbende ondernemingen exact hetzelfde bedrag krijgen, terwijl de kostenstructuur van die bedrijven onderling wel erg verschilt. Daardoor is niet iedereen met eenzelfde bedrag even hard geholpen. Wat voor het ene bedrijf veel geld was, was voor het andere bedrijf veel te weinig. De overheidsmaatregelen zorgden er wel voor dat heel wat bedrijven uit de gevarenzone bleven.”
Hoe moeilijk was het om uit te leggen aan sectoren dat ze niet mochten openen, terwijl anderen dat wel mochten?
“Dat was in het begin heel moeilijk, omdat je in een situatie kwam die je niet kende. Wij hebben altijd geprobeerd om een constructieve houding aan te nemen. Ook ten aanzien van de overheid, omdat we beseften dat het voor hen ook heel moeilijk was om dat soort beslissingen te nemen. Soms hebben we wel aan de alarmbel getrokken. Bijvoorbeeld bij de beslissing dat de tuincentra mochten open blijven wanneer ze ook dierenvoeding verkochten, waardoor de helft van de tuincentra open mocht en de andere helft niet. Dat kon echt niet.”
Hoe kunnen wij als burger die ‘vergeten’ sectoren ondersteunen?
“Er zijn heel wat verschillende mogelijkheden. De belangrijkste is koop en consumeer. De gemiddelde Belg is het afgelopen jaar rijker geworden. Gewoon omdat die minder geconsumeerd heeft, maar minder consumptie betekent ook wel minder omzet. Verder kan je bedrijven helpen door geschenkbonnen te kopen, zodat het bedrijf al geld binnen krijgt. In de reissector kan je dan weer vragen om een voucher in plaats van een terugbetaling. Met de lokale overheden hebben we het afgelopen jaar het lokaal kopen of ‘winkelhieren’ gepromoot. Je hoeft daarvoor niet naar een ‘fysieke’ winkel te gaan, je kan perfect lokaal kopen via e-commerce. Jaarlijks vloeit er door aankopen bij voornamelijk grote buitenlandse webshops acht miljard euro aan inkomsten naar het buitenland, ten koste van onze lokale handelaars én onze economie als geheel. Want die grote buitenlandse retailers betalen geen of veel minder belastingen dan onze plaatselijke ondernemers, ze creëren geen Belgische werkgelegenheid en sponsoren bovendien geen enkele voetbalploeg of geen enkele jeugdbeweging. Ik weet niet of u ergens een voetbalclub kent met truitjes van bol.com (lacht).”
Welke veranderingen zijn er zichtbaar in het aantal ondernemingen in Vlaanderen?
“2020 was een recordjaar in het aantal startende ondernemingen, terwijl we anders hadden verwacht. Er zijn uiteraard wel sectorale verschillen. Ik moet er geen tekening bij maken. In de horeca zijn er minder ondernemingen gestart door obvious reasons. Maar er zijn wel degelijk mensen die een café hebben gekocht en die de tijd en de steunmaatregelen gebruiken om klaar te zijn wanneer de sector weer open mag. De grootste boom zit in de retail. Veel starters zijn producten via e-commerce beginnen aanbieden. Als startende zelfstandige moet je zorgen dat je goed voorbereid bent en een goed businessplan hebben en dan is 2021 een evengoed jaar om een onderneming te beginnen als eender ander jaar.”
Zijn er op ondernemingsvlak ook positieve resultaten uit deze COVID-crisis gekomen?
“Uiteraard! Elke crisis brengt natuurlijk ook positieve dingen met zich mee. We hebben het afgelopen jaar echt ondernemerschap gezien. Ten eerste waren dat zelfstandigen die zichzelf bijstuurden of zich compleet heruitvonden. UNIZO heeft dat op communicatievlak gedaan. Wij kregen op een jaar tijd 65.000 adviesvragen op de UNIZO-ondernemingslijn, terwijl dat er anders 30.000 waren. We zijn beginnen werken met nieuwsbulletins, nieuwsbrieven, facebook-lives, webinars, enz. Ten tweede raakten alle ondernemers ervan overtuigd dat ze elektronisch aanbod moesten hebben. Dat stimuleerde dan weer die e-commerce. Ten derde hebben we leren telewerken. We hebben ontdekt dat dat gaat. Dit interview is daar het beste voorbeeld van (lacht). Er zijn zeker al een aantal goede zaken voortgekomen uit deze crisis.”
Is er een herstelplan vanuit UNIZO dat na de coronapandemie in werking treedt?
“Momenteel wachten we nog op een exit-agenda met data wanneer bepaalde sectoren weer open zullen mogen. Dan kunnen we ons beginnen voorbereiden en hebben de zelfstandigen een datum om naar uit te kijken. De heropstart is nog iets helemaal anders. We zitten met drie grote perioden tijdens deze pandemie. De eerste periode: hoe overleven we deze crisis? De tweede periode: hoe krijgen we de economie weer op gang? En de derde periode: wat is er na de pandemie gewijzigd? Jammer genoeg zitten we voor het merendeel van de sectoren nog altijd in periode één. Ondertussen zijn alle ogen gericht op de relance, dus de heropstart. Wanneer alles weer open mag, moet het economische vliegwiel opnieuw zo snel en zo hard mogelijk beginnen draaien. Met SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) hebben we daar al heel veel adviezen over uitgebracht. Verder hebben we federaal meegewerkt aan een herstelplan en hebben we sociale akkoorden gesloten met de Vlaamse regering om in te zetten op relance.”
Wat is uw motiverende boodschap aan zelfstandige ondernemers?
“Hou vol! Leer van elkaar en probeer zo snel mogelijk de zaken weer op orde te krijgen. Bij diegenen waar het goed gaat, probeer door te zetten. Bij diegenen waar het niet goed gaat, zoek hulp indien nodig. Samen raken we hier wel door!”
Lees ook: Wij zijn een vereniging van ondernemers, niet van managers
Stel een vraag
aan een specialist
Heeft u vragen? Wij helpen u graag verder.
Ook interessant
Interessante bedrijven
RH-Office bv